Aankondiging

Samenvouwen
Nog geen aankondiging.

Henri, Francis En Charles.

Samenvouwen
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Weergeven
Clear All
nieuwe berichten

    Henri, Francis En Charles.

    Zij waren met twee, en er was ook nog een derde.
    De gebroeders Pélissier : de overwinning bleef in de familie.



    De stevige, de geweldige Romain Bellenger, was rond het jaar 1920 de directe tegenstrever van Henri Pélissier. Op een dag liet deze Franse renner blazend de armen zakken, zeggende dat het te moeilijk was om Pélissier te kloppen, want …’ hij rijdt met vier benen’. Dit was een aantal dat duidelijk aantoonde dat Henri en Francis , werkelijk één waren. De gevoelens die Francis had voor Henri, overtroffen het normale dat tussen broers meestal bestaat : het was een verafgoding die ver in hun prille jeugd was begonnen. Deze was niet zo zacht en rooskleurig geweest. Franciske Pélissier (die een reus van de weg zou worden) stond er bij, doodsbang maar met een oneindige bewondering, toen Henri op zestienjarige leeftijd een vreselijk machtsstrijd begon tegen vader Pélissier, een familiale tiran, een beul . Die wilde in het leven maar één ding en dat was hard werken om zoveel mogelijk profijt te halen uit de veertig melkkoeien die hij bezat op de boerderij melkerij in de Rue Mesnil, gelegen ten Westen van Parijs. De jonge Henri was toen al een ferme keikop die, van man tot man , op het familiaal bedrijf de strijd aanging tegen de vaderlijke macht . Ondanks het felle verbod van de patriarch van ‘La Vacherie de l’Espérance’, bleef hij zijn jeugdige wil uiten om wielrenner te worden. Toen melkboer Pélissier op een dag de mooie fiets van zijn zoon , in een bui van onbeschrijfelijk woede (Franse woede), met de voeten verpletterde, verliet zoon Henri definitief zijn thuis op het erf . Ook Francis had veel te lijden onder de barbaarse autoriteit van vader Pélissier. Door die duivel die hun vader was te trotseren, had Henri in het hart van zijn jongere broer de plaats gekregen van een heilige die draken versloeg , van een goddelijk idool. Alleen maar om zijn oudere broer te dienen besloot Francis daarom ook om dezelfde weg op te gaan, toen reeds na weinig tijd de schone naam van de familie in de sportkranten verscheen. Ook deze scheiding moest papa Pélissier overleven . Hijzelf had trouwens ook op dertienjarige leeftijd zijn dorp Polminhac in Auvergne verlaten, om het geluk te zoeken te Parijs, met niets anders dan wat stro in zijn klompen.
    Op een mooi getrukeerde foto uit de Tour 1923 staat Francis Pélissier afgebeeld met een knuppel, rijdend naast Henri Pélissier. Het beeld zei genoeg. Er moest niet bijstaan : ‘ PAS OP : KWADE BROER ’ en ook niet ‘ Wee hem die aan mijn broer raakt …’ .
    Francis, een grote boerenlummel, met zware poten, was een eik van een vent. Soms speelde hij zijn eigen kaarten, in uitgekozen koersen, zoals het nationale kampioenschap of in de marathon achter gangmakers, Bordeaux-Parijs , en zelfs in cyclocross. Meestal en overal stond hij echter als meesterknecht achter zijn oudere broer Henri.

    Bellenger (waarmee wij begonnen) had dus wel gelijk toen hij verkondigde dat er maar één hoofd was en vier benen. Henri rekende alles uit, gaf bevelen, liet de dingen gebeuren, en Francis gaf steeds met gesloten ogen zijn akkoord. De Pélissiers waren mannen als paarden , maar de ene was een volbloed koershengst en de andere een oersterk trekpaard. Bij Henri lagen de zenuwen dicht onder het vel en hij bezat een geweldige agressiviteit.
    Van nature uit was hij hoogmoedig en zeer erg stijfhoofdig, karaktertrekken die door de jarenlange spanningen tussen zijn vader en hemzelf nog werden versterkt. Zo kan men begrijpen waarom deze prachtige wielerkampioen voortdurend in de clinch ging met iedereen uit de wielerwereld en elders, die wat gezag over hem wilde uitoefenen, zoals organisatoren, bondsafgevaardigden, fietsconstructeurs, sportbestuurders, ambtenaren.
    ‘Als sportman aanvaard ik de zwaarste kwellingen, maar niet de kleinste plagerij … want ik heet Pélissier en niet Azor …’ zo legde hij het eens uit aan de reporter Albert Londres . ( Azor wordt vaak gebruikt als naam voor jachthond , jachtvalk, werkbeest, os … ).

    Door zijn houding om permanent contestatie voeren , moeten wij vandaag Henri Pélissier als een pionier beschouwen. De fietsconstructeurs van toen, die de machtigste financiers van het wielergebeuren waren, beschouwden hun renners maar als jockeys . Want in hun ogen waren de merkfietsen de kostbare koerspaarden. De mens was ondergeschikt aan de machine.
    Pélissier beschouwen als een lastig ventje is dus verkeerd. Hij voerde een grootse strijd tegen de machtigen kapitalisten. In hoge letters werd toen geschreven dat de fiets ALCYON of de fiets PEUGEOT de Tour de France had gewonnen. In kleine letters kon men ook ‘Odile Defraye’ of ‘ Philippe Thys’ zien staan. Door zijn opstandigheid, zijn grote muil, die gekoppeld werden aan zijn formidabele sportieve daden, is Henri Pélissier een groot atleet geweest , die aan alle medespelers van het cyclisme duidelijk heeft gesteld dat het de mens is, de kampioen, die de massa’s in beweging brengt. De broers Pélissiers hebben de gevoelens dooreen geschud en verschoven. De Helden van de Weg, bleven niet langer de Dwangarbeiders. Zij werden voortaan door het volk aanbeden . De dure en blinkende fietsen met mooie banden en sterke kettingen, bleven belangrijk, vooral omdat zij toelieten dat de wielerkampioen won. Dat was een vernieuwing.
    Onvermijdelijk moest Henri Pélissier in botsing komen met die andere Henri, de heerser over de grootste sportkrant ‘l’Auto’ en over de grootste koers ‘Le Tour de France’ . Desgrange- om hem maar te noemen - was zijn familienaam. H.D. waren zijn initialen . Deze grote wielerpionier vertegenwoordigde de oude Orde van de leidende machten. Tussen beide sportieve heren kwam het meermaals tot serieuze sabelgevechten.

    Henri Pélissier, brengt zonder twijfel de te vroeg overleden (tijdens de oorlog) Lucien Petit-Breton in herinnering. Hij is ook een atleet die van snelheid zijn troef maakte. Beide grote kampioenen zijn van het ultra nerveuze type, die het te lang werk schuwen. In de Tour moet er dag na dag terug arbeid geleverd worden, of men nu zin heeft of niet. Tenslotte is het de hardste, de taaiste, de meest volhardende, die de eindwinnaar wordt. Niet hij die van het beste ras is, niet de man met de meeste natuurlijke klasse . Toen Desgrange nog ritten van 350 tot 400 km op het programma plaatste, hetgeen werkdagen van 16 lange uren betekende, werd niet meer het weerstandsvermogen van de renners getest maar wel hun ongevoeligheid . Zo zijn het niet meer de fijne getrainde spieren, hun spanning en ontspanning, die tellen maar wel de eeltknobbels en de vetreserve, die een lijf ongevoelig maken, zonder te spreken over de verharding en gewrichtstijfheid veroorzaakt door het gevaarlijk fietsen tijdens de koude nachtelijke uren. Henri kende zichzelf. Hij had de gave om af en toe groter te worden dan zichzelf. Maar op zo’n top van hem volgde nadien vaak een depressieve periode. Vaak stelde hij zichzelf voor een eenvoudige keuze : ofwel de overwinning ofwel de opgave.

    In 1919, zijn grootste periode, had H.P. Parijs-Roubaix, en Bordeaux-Parijs gewonnen, en in supervorm start hij in de eerste Tour na de Wapenstilstand. Hij is tweede te Le Havre, eerste te Cherbourg, samen over de meet met Francis (1ste) te Brest. Indien de Gele Trui toen reeds bestaan had, droeg hij ze. Zijn hoogmoed speelt hem dan echter parten en hij verklaart zoiets als : ‘ Ik ben een volbloed en de anderen zijn muilezels …! ‘
    Het logisch gevolg op zulke woorden kwam uiteraard twee dagen later, in de rit Brest-Les Sables d’Olonne (412km). Iedereen rijdt tegen hem. Alavoine, Christophe, en enkele sterke Walen vallen samen aan, op het ogenblik dat hij een platte band heeft. Het reglement van de Tour 1919 ( totaal individueel betwist) verbiedt aan Francis om hem te wachten.. Henri sprint in de achtervolging als een leeuw, zijn broer moet lossen, maar later weigeren plots ook zijn benen. Hij kruipt een café binnen om wat te drinken en te eten, doch aan de aankomst zal hij toekomen met 35 minuten verlies . Wanneer de ronderenners terug uit die badstad vertrekken, blijven de broers P. in hun bed liggen, en om een belachelijke reden namelijk : tijdens het avondeten werd hen een bijkomende fles tafelwijn geweigerd in het restaurant . Dat wordt het grote nieuws van de dag. Alavoine won toen twee ritten. De andere renners reden 482 km in richting van Bayonne . Maar over wie werd er het meest gepraat aan de boord van de wegen en geschreven in de kranten ?
    ‘Omwille van een fles wijn, verloor de Tour de France , een mogelijke Franse Tourwinnaar, een man met zoveel ‘klasse’ en ‘panache’ ! ‘ Iedereen wilde het natuurlijk lezen. Er werd in de rij gestaan om de volgende ochtend de op geel papier gedrukte krant AUTO te kopen.
    ‘Henri is een zenuwpees. Jammerlijk is dat nooit een groot kampioen werd gemaakt alleen met pezen en met zenuwen. De zenuwen van Pélissier zijn zo erg gespannen dat hij om het minste iedereen met scheldwoorden bekogelt, zowel zijn sportdirecteur, als zijn soigneurs, en ook mezelf die hier toch al het mogelijke in orde bracht om hem de beste kansen te bieden te schitteren zoals nooit eerder’ zo luidden de woorden van H.D. , vader van de Tour.
    Firmin Lambot, de voorzichtige en regelmatige wielkampioen , won die Ronde 1919.
    ‘ De azen van weleer hebben een waardige opvolger gevonden, zowel op gebied van de kwaliteit van de spieren als voor wat betreft het hoofd.’
    Dit was ook van Henri Desgrange.
    Maar hij staat dra weer aan de kant van de winnaar … niet de Lambot uit de Tour, … wel gaat het terug over Henri Pélissier , nadat deze op 5 oktober 1919, het kampioenschap op de weg van Frankrijk heeft gewonnen. Weer bedolven onder de bloemen !
    Of het nu ging over hun overwinningen of over hun fratsen, de broertjes Pélissier staan voortdurend vooraan op de scène van het grote wielertheater. De schrijvende sportapostel Desgrange gebruikt hen zo dikwijls mogelijk om leuke en sensationele stukken te brengen voor de hongerige lezers van zijn krant. Een soort nooit verloochende medeplichtigheid kwam er zo tussen de twee Henri’s. Dit sterk duo van tegenstrijdige stemmen zou verder gaan tot merkwaardige toonhoogten.
    In de Ronde van 1920 won Henri Pélissier ook twee ritten , om dan terug op te geven na de start te Les Sables d’Olonne .
    Henri D. weet niet goed wat hij moet zeggen en doet dit dan als volgt :
    ‘ Te Rochefort stapt hij af met Tiberghien en verstopt zich achter een boom. Een van onze commissarissen die dacht aan een bandbreuk, (of een plasbeurt) vond er niets speciaals aan en reed dus verder. Het was dus een inktzwarte nacht, en achter die boom zei Pélissier tegen Tiberghien : ‘ Laat het zo maar, het is een stiel voor dwangarbeiders !’

    Repliek van Henri P. : ‘ Deze rit liep over 482 km tot Bayonne en was de langste. Wij verlieten Les Sables om 22 uur met een hele nacht op de fiets in het vooruitzicht. Alvorens de zon zich liet zien , stond ik reeds driemaal plat. Bovendien regende het de hele tijd. Te Rochefort, na 150 km heb ik opgegeven met mijn vriend Tiberghien. Als we Desgrange moeten geloven , ben ik er niet uitgetrokken vanwege een zware verkoudheid die mijn borst pijnigde en die door de regen ondraaglijk werd, maar wel met als reden mijn zachte aard van zenuwachtige ‘mooie griet’ . Hij onderstreept dat ik, op 31 jarige leeftijd, geen jeugdig vuur meer heb. Uiteraard ! Mijn verstandelijk denken overtreft thans mijn enthousiasme. Is het ene niet het andere waard ? Ik reken er op van nog enkele mooie jaren voor mij te hebben en het is daarom dat ik er over waak van mijn gezondheid niet in gevaar te brengen. ‘

    Waarop Desgrange dan weer het volgende brengt :
    ‘ Wil dit nu echt zeggen dat ‘ Henri est fini ? Moge de goede God me verbieden dat te schrijven. Wij hebben toch geen grotere kampioen om Parijs-Roubaix, Parijs-Tours, Parijs-Brussel en zelfs Bordeaux-Parijs te rijden ( op dagen dat het niet regent …). Maar de TOUR DE FRANCE - en daarom ben ik er mee eens over zijn recente opgave- is niets voor hem voortaan, niet omwille van het gevraagde spierwerk , maar wegens zijn mentale zwakte . Kom toch, laten we het samen spijtig vinden en aanvaarden, dat wij nooit op het glorierijke palmares zijn schone naam zullen zien .’
    Kwak, … dit is een slag die moet opgevangen worden door Pélissier. Hij grijnslacht bij het lezen van dit, verteert het, zwijgt, draait zijn rug gedurende twee jaren . Daarna denkt hij na.

    Op 33 jaren heeft hij alle grote klassieke wegritten van toen gewonnen, maar alhoewel hij het tegenovergestelde volhoudt in publiek, kan hij binnen in zijn eigen kopje niet miskennen dat hij toch ook de grootste rittenkoers ter wereld wil winnen : de Tour de France !
    Al was het maar om de andere Henri de loef af te steken .
    Ook is er het feit dat wegens onenigheid met constructeur J.B. Louvet , hij het daar op een dwaze manier is afgetrapt uit de ploeg, met als gevolg : een gerechtelijk betalen van een zware afkoopsom in schone Franse franken.

    AUTOMOTO wierf voor 1923 de Pélissiers aan met als zeer duidelijke afspraak dat zij zouden aanzetten in de Tour de France. Dit alles presenteert zich alzo uitstekend. Zij zullen vertrekken in de grote koers, en Henri zweert bij hoog en bij laag dat hij de finish zal halen.
    Gedurende negen ritten houdt hij zich kalm. Als een wijs en waakzaam kopman laat hij de degenstoten uitvoeren door zijn nieuwe Italiaanse helper Bottechia, lange tijd in gele trui.
    Tijdens het beklimmen van de Izoard in de tiende rit tussen Nizza en Briançon (275km) slaat hij toe. Hij brengt op die dag een prestatie van nooit gezien niveau en spijkert Briançon vast voor altijd als een belangrijke plaats voor grote aankomsten in de wielersport.
    Zelfs Desgrange is nu vol bewondering voor hem : “ Zoals gewoonte wil ik natuurlijk weer een reden zoeken om vaderlijk en vriendschappelijk Henri Pélissier te kritiseren, jullie kennen mij ondertussen toch. Maar vanaf overmorgen zal hij voortaan prachtig omgord zijn door de legendarische gele trui . Waarom toch, ja, heeft die grote renner , zo compleet door de spieren en door de klasse , ons niet elk jaar verwend sedert de oorlog met ‘n bewonderenswaardig spektakel zoals hij ons bracht sedert de start te Parijs, en zelfs met het zo verbijsterend schouwspel dat hij gisteren tijdens een heel mooie dag ons heeft geschonken ? “

    Henri ( H.P.) triomfeert dus over heel de lijn, maar de andere Henri (H. D.) , die eerst gevoelig was voor de grootheid van de geleverde sportprestatie , en daarna zeker ook door de grootheid van de hoop gazetten die hij kan verkopen , is ook helemaal niet ontevreden zoals althans deze afsluitende lijnen getuigen :
    ‘ De waarheid, is dat het vandaag de hazewind was die het gewonnen heeft tegen stoere ironmen van de aard van Lambot, Scieur of Heuseghem. We menen terecht dat het rennerstype Pélissier in de toekomst steeds meer de winnaar zal worden. Het is de hazewind, de nobele gespierde, ik mag het zeggen, de verstandelijke, die vanaf morgen zal mogen flaneren in onze gele trui .”
    De lus was zo gesloten. Zowel in woorden als in daden. Het vervolg en het einde van de sportloopbaan van Henri Pélissier kon niet meer zijn legende in een andere vorm gieten. Even nog, in 1924, toen Henri en Francis opgaven te Coutances, kwam er nog een zijsprong.Het was echter niet de renner , maar wel de topreporter Albert Londres die een bekend meesterwerk bracht uit de sportjournalistiek, geïnspireerd ( … in het oor gefluisterd) door de miseries en de grootheid van “ De Dwangarbeiders van de Weg “ .

    Doch, het was nog niet gedaan met de Pélissiers. Want, daar kwam dan nog de jongste telg uit dat berucht en roemrijk geslacht. De ‘kleine’ was nog gegroeid tijdens zijn militaire dienst en mat ondertussen 1m 87 . Hij was vijftien jaar jonger dan Henri en negen jaar jonger dan Francis, een nakomertje dus, maar hij zou niet de minste zijn. Lange tijd is hij een flierefluiter die wel het karakter van een Pélissier heeft buiten de koers, met zelfs nog een portie onbeschaamdheid er bij, maar niet op de fiets. De grote broers beschermen hem wel, maar minachten hem toch een beetje wegens zijn naar hun normen te zwak presteren.
    De befaamde Henri Decoin ( die later 48 films zal maken) schrijft in 1925 over de jongste Pélissier : hij is een ‘geai’ ( niet gay) ( wel rare vogel, Vlaamse gaai of meerkol ) die graag schone pluimen uit de staart van Henri of Charles trekt, om er op de sportieve wegen mee te paraderen.

    Maar, op 27 jarige leeftijd, zal een mirakel geschieden. Door de liefde van en voor één vrouw verandert de mooie grote Charles. Hij huwt op 3 juli 1928. De oudere broers beschouwen dit als verraad, als een afwijzing van hun broederliefde. Het is wel dat vrouwtje - zij wordt door heel frankrijk ‘la Pelissette’ genoemd - die blijft kampen tegen de oudere Pélissiers. Deze blijven haar als een indringster beschouwen, maar zij zal haar Charel volledig herboetseren, met haar vrouwelijke behendigheden. Zij verandert hem in een beleefde, elegante, schone kerel, altijd open voor ieder dialoog. Zij zorgt ook dat hij zijn fierheid en zijn natuurlijke hoogmoedigheid niet laat verloren gaan. Haar bijzonderste goocheltoer was nog dat zij van de norse Henri Desgrange een boezemvriend maakte. De oude rakker H.D. steunt haar trouwens met plezier , door mee te schaven aan de nieuwe persoonlijkheid van deze derde Pélissier, die noch de spieren van Henri noch de gezondheid van Charles heeft.

    De moderne Pélissier verscheen dank zij ‘La Pélissette’, en zijn leuze zou worden :‘ Wat ook de overwinning weze, het moet vooral het gevolg zijn van een mooie actie.’
    Hij zal, op de Franse wegen zowel als op de velodrooms, met vooral die tumultueuze glitternachten van de Parijse Vel d’Hiv’, de ‘jeune premier worden’, de grote charmeur van le ‘ Tout Paris’, de ridder van de schone schijn en van nobele daden, de kostbare luitenant, de geliefde broer van al zijn ploegmakkers, de wielervedette van een generatie. Zijn populariteit zal stijgen, zal stijgen, tot zelfs hoger dan die van zijn beide oudere broers, sterren van wie de glans ondertussen stilaan verminderde.

    Henri Desgrange krijgt de laatste plaats in dit artikel :
    ‘ Charles heeft hetzelfde schaduwbeeld als de vorige uit die familie, van postuur is hij even flink als zijn oudere broers, maar hij is meer technicus, denk ik, dan zijn broers en op gebied van tactisch doorzicht is hij beter dan Francis, zonder twijfel zelfs evenwaardig aan Henri.
    Maar, door vele kleinigheden , die bovendien sympathiek zijn, gaat hij ons een klein beetje herinneren aan de bloedarmoede die gevestigde koningen doet verschillen met strijdende koningen. De organisator is niet meer zijn vijand. Hij is geen revolutionair meer zoals zijn broeders zijn geweest. Hij kent het verschil dat Talleyrand bracht, en wij zullen zeggen – maar ja ! – dat hij ons aan Voltaire zal doen herinneren, terwijl Francis Corneille in onze gedachte zal laten opborrelen, terwijl dan Henri onze gedachten zal brengen op de volmaaktheid van Sophocles of van Racine .” .


    24/02/2006 Wilfried Journée .

    __________________________________________________ __________________

    ( Het was voor mij een eer en een genoegen dit voor U op eigen manier uit het Frans vrij te vertalen. Het komt uit L’Histoire Illustrée du Cyclisme 1987 . De auteur in de oorspronkelijke taal was Roger Bastide) .




    Henri Pelissier
    (1889-1935)



    Paris-LeHavre 1910
    Ronde van Lombardije 1911-1913-1920
    Milaan-San Remo 1912
    Milaan-Turijn 1911
    Ronde van België 1912 ( 2de + 2ritten)
    Tour de France 1914 (2de + 3ritten)
    Tour de France 1923 ( 1ste + 3ritten)
    Parijs-Roubaix 1919-1921
    Bordeaux-Parijs 1919
    NK weg Frankrijk 1919
    Circuit du Morvan 1919
    GP de la Loire St-Etienne 1919-1920
    GP Wapenstilstand 1920
    Nice - Mt Agel 120-21-22
    Parijs-Brussel 1920
    Parijs-Metz 1920
    Parijs-Tours 1922
    Parijs-Nancy 1922
    GP Automoto Rouen 1924



    Francis Pélissier
    (1894-1959)



    Parijs-Nancy 1919
    Parijs-Dijon 1919
    Rit Tour de France 1919
    Turijn-Firenze-Rome 1920
    Ronde van het Z-O 1920
    G.P. de Provence 1920
    Circuit de la Loire 1920
    Circuit de la Creuse 1920
    NK Weg Frankrijk 1921-1923-1924
    Bordeaux-Parijs
    Winnaar 1922-1924 + 2de in 1923-1930
    Parijs-Tours 1921
    Ronde van Baskenland 1924
    G.P. Wolber 1926
    Criterium des As 1926
    International cyclocross 1926
    Eerste rit Tour de France 1927



    Charles Pélissier
    (1903-1959)


    Parijs-Arras 1925
    Circuit du Cantal 1925
    Circuit de l’Allier 1925
    Circuit du Centre 1926
    NK cyclocross FR 1926-1927-1928
    Klimkoers Mt Faron 1927-28
    Zesdaagse van Parijs 1930
    Rit in Tour de France 1927
    8 ritten in Tour de France1930
    5 ritten in Tour de France1931
    2 ritten in Tour de France 1935
    Criterium des As 1933
    Circuit de Paris 1934
    Derby de Saint-Germain 1938 (achter motor)
    Wegrecord: Mortagne-Parijs 159 km (achter motor)
    Toegevoegde bestanden

    #2
    Voor wie het interesseert, ik vond een link naar de grafstenen van Henri en Francis : http://www.lescimetieres.com/Photos/ailleu...e/pelissier.htm .

    Groeten
    BVB

    Opmerking


      #3
      Was er ook geen oudere broer Jean die verongelukte?

      Opmerking


        #4
        Ik dacht inderdaad ook dat er nog een vierde broer was, maar vind er voorlopig geen spoor van terug. Zelfs de naam schoot me niet te binnen.

        Opmerking


          #5
          Er was inderdaad nog een vierde broer met de naam Jean. Hij was een beloftevol amateur die echter sneuvelde tijdens de eerste wereldoorlog. Over hem zei men dat hij het meeste toekomst had van de vier. Maar als je ziet welk palmares Henri behaalde valt daar toch aan te twijfelen. En zoals je weet van de doden niets dan goed.

          Opmerking


            #6
            Oorspronkelijk geplaatst door andreas Bericht weergeven
            Er was inderdaad nog een vierde broer met de naam Jean. Hij was een beloftevol amateur die echter sneuvelde tijdens de eerste wereldoorlog. Over hem zei men dat hij het meeste toekomst had van de vier. Maar als je ziet welk palmares Henri behaalde valt daar toch aan te twijfelen. En zoals je weet van de doden niets dan goed.
            Meer lezen over Jean Pelissier...

            Opmerking

            Bezig...
            X